Studentenverenigingen en -clubs herken je aan een aantal typische zaken. Zo zijn het het clublint en het monogram, die je kan afleiden uit een clubschild en er is een clublied. Trots tonen we hier onze symbolen!
Het clubschild
Het wapenschild heeft de vorm van het Vlaams heraldisch schild (horizontaal rand bovenaan, gebogen onderaan), en volgt de voorschriften uit de clubcodex. Het bestaat uit de volgende elementen:
Bovenaan een faas (horizontale band) met daarin de leuze van de club: ‘Vincti Codice’. Het veld is verticaal middendoor gedeeld. Het rechterdeel is dubbel geschuind op de clubkleuren, blauw-groen-blauw, met daarop het monogram in zilver. Het linkerdeel is horizontaal gedeeld, met bovenaan een open boek en onderaan de Limburgse Leeuw: dubbelstaartig in keel (een roodtint), gekroond, geklauwd en getongd in goud op een witte achtergrond.
Het clublied
Het clublied van Caeruleus word gezongen op de wijze van “When Johnny Comes Marching Home”, terug te vinden in het liederboek van de studentencodex, pagina 497.
Wanneer de nacht gevallen is in ’t Diepenbeekse land
Gaan we ons amuseren met onze codex in de hand
Met pet, met lint, met pot, gezwind
Zeg schacht, kom hier en breng die pint
Want we zijn commilitones van CaeruleusHet vat is af, er is nog veel plezier, vertier
Dus zoeken we een nieuw café en drinken nog wat bier
Steeds goedgezind, altijd bemind,
Zingen we nu al tesaam m’n vrind
Want we zijn commilitones van Caeruleus.